Gezond stedelijk leven voor iedereen

Inleiding

Zoals in de Ruimtelijke Strategie (RSU) omschreven wil Utrecht gezond groeien en we doen dat via het uitgangspunt ‘Gezond stedelijk leven voor iedereen’. Dat houdt in dat gezondheid centraal staat in alles wat we doen. Een stad van gezonde inwoners in een gezonde leefomgeving, werkend aan een gezonde economie. Waar iedereen kan meedoen en iedereen zich thuis mag voelen, ongeacht inkomen of afkomst.

In een gezonde stad hebben mensen een passende baan of opleiding of zijn ze op een andere manier actief bij de samenleving betrokken. Je kunt er prettig wonen, in een schone omgeving met zo min mogelijk overlast. Een omgeving die uitnodigt tot een gezonde levensstijl, aanzet tot beweging en levendig is door de recreatieve en culturele functies van de stad. Een stad waar ontmoeting vanzelfsprekend is. En waar duurzaamheid de norm is.

Om in de gaten te houden of we de goede dingen (blijven) doen op weg naar ‘Gezond stedelijk leven voor iedereen’ heeft Utrecht vijf principes geformuleerd:

  1. Utrecht koestert kwaliteit: We groeien met behoud van wat sinds tijden Utrecht Utrecht maakt.
  2. Utrecht beweegt en vergroent: We maken ruimte voor lopen, fietsen en groene plekken en verbindingen.
  3. Utrecht vernieuwt de norm: Vernieuwen zit in onze genen. We leggen de lat hoog: Wat we nu doen moet in de toekomst van waarde zijn.
  4. Utrecht nodigt uit: Samen komen we verder. Op weg naar ‘Gezond Stedelijk Leven voor Iedereen’ is ieders inbreng van belang.
  5. Utrecht verbindt: In de regio doet iedereen er toe en kan iedereen meedoen. We zorgen voor wie dat nodig heeft.

De Utrechtse Principes hebben betrekking op allerlei thema’s en/of combinaties daarvan. Zonder compleet te willen zijn, is hier een aantal relevante thema’s, deels geclusterd, benoemd en in het schema nader toegelicht: slim ruimtegebruik, groen/water, energietransitie/klimaatadaptatie, circulaire economie, lucht en geluid, ontmoeten en verblijven, bewegen en spelen, activeren en werk, inclusiviteit en diversiteit en voorzieningen.

De Utrechtse Volksgezondheidsmonitor laat zien hoe het gaat met de gezondheid van Utrechters. Deze gegevensdata vormen de basis voor de randvoorwaarden en uitgangspunten die worden gesteld aan een project. Steeds meer Utrechtse plannen bevatten maatregelen die horen bij gezond stedelijk leven voor iedereen en er worden op dat vlak al bijzondere projecten voorbereid en gerealiseerd.

Een voorbeeld hiervan is plan Wonderwoods in het Stationsgebied, waarbij er verticaal een hectare bos en twee hectare struiken (samen zes voetbalvelden groot) worden gerealiseerd. In de nieuw te bouwen wijk Rijnvliet in Leidsche Rijn komt een woonwijk gebaseerd op de principes van het voedselbos (een vorm van stadslandbouw). Deze “eetbare” woonwijk met overwegend voedselproducerende soorten, is de eerste in zijn soort en omvang in Nederland.

Om gezondheid van meet af aan te stimuleren, worden in Leidsche Rijn bij nieuwbouwprojecten ook ontmoetingsplekken gerealiseerd en worden meer fietspaden aangelegd. Want in Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern wonen relatief veel mensen die de beweegnorm niet halen en dagelijks de auto gebruiken. Ook de sociale cohesie blijft hier in sommige delen achter. Bij hoogbouw worden maatregelen getroffen om wind- en geluidhinder te voorkomen en een aantrekkelijk binnenklimaat te krijgen.
Net als in Leidsche Rijn komt gezond stedelijk leven steeds meer tot uiting bij andere gebiedsontwikkelingen waar blijkt dat wonen, sporten en recreëren goed samen kunnen gaan. Een goed voorbeeld hiervan is de op handen zijnde herontwikkeling van het gebied Zuilense Vecht, op de grens van Utrecht en Maarssen. Door het vernieuwen en efficiënter inrichten van bestaande sportvoorzieningen ontstaat ruimte voor meer openbaar groen en woningen.

Om een gezonde leefomgeving te behouden, worden bij nieuwbouwplannen specifieke geluid- en luchtcriteria gehanteerd. Utrecht onderzoekt in 2018 hoe zij in de stad kan voldoen aan de WHO-richtlijn voor lucht. Een hogere ambitie dan de huidige EU-normen. Ook sluit Utrecht, vooruitlopend op nieuwe wettelijke eisen vanaf 2021, alvast aan bij het principe van de BENG-eisen (Bijna EnergieNeutrale Gebouwen) bij het realiseren van nieuwbouw. Daarnaast worden nieuwe woningen niet meer op aardgas aangesloten en wordt bij gebiedsontwikkelingen en bouwprojecten ingezet op circulair bouwen.

Duurzame mobiliteit

Uit de gezamenlijke U Ned-mobiliteitsanalyse van Rijk, regio en gemeente komt naar voren dat de bevolkingsgroei in de regio, de economische groei en de toenemende mobiliteit per inwoner ervoor zorgen dat de bereikbaarheid van Utrecht in 2030 onder druk staat voor alle modaliteiten (fiets, OV en auto) en vóór die tijd al op belangrijke stedelijke routes (vooral van en naar de OV-terminal, diverse kruispunten en een deel van het hoofdwegennet). Om te voorkomen dat de verdichtingsopgaven in de stad vastlopen, zijn keuzes op het gebied van mobiliteit noodzakelijk.

Stedelijk is ingezet op duurzame mobiliteit op basis van het mobiliteitsplan ‘Slimme routes, slim regelen en slim bestemmen’. Ruimte voor voetgangers en fietsers heeft daarbij hoge prioriteit. Per 1 mei 2018 wordt het voetgangersgebied in de binnenstad uitgebreid. In september 2017 zijn tussen betrokken partijen ook afspraken gemaakt om te zorgen dat de bevoorrading van de binnenstad in 2025 volledig uitstootvrij is en zo min mogelijk ruimtebeslag kent.

In augustus 2017 is in het Stationsgebied de fietsenstalling in gebruik genomen, waarin eind 2018 in totaal 12.500 fietsen gestald kunnen worden. Daarmee is het op dat moment de grootste fietsenstalling ter wereld. Momenteel worden de plannen voorbereid voor herinrichting van de Voorstraat en de Wittenvrouwenstraat als belangrijke verbinding tussen de binnenstad en de Biltstraat. Elke dag rijden daar immers duizenden fietsers. Er komt meer ruimte voor fietsers en voetgangers en minder ruimte voor auto’s en bussen. Start uitvoering van deze herinrichtingsplannen wordt eind 2018/begin 2019 verwacht.

Op 21 december 2017 is de gemeenteraad akkoord gegaan met het concept-plan voor de Westelijke Stadsboulevard. Daarbij gaat het om een totaalaanpak van de wegen tussen het 24 Oktoberplein en de Marnixbrug. Bij die totaal aanpak gaat het om ontwerp, verkeersmanagement en vraagbeïnvloeding. De Westelijke Stadsboulevard wordt een veilige weg met groen, bomen en goede fietspaden waar je makkelijk en snel kunt oversteken. Aan de planning voor de uitvoering van deze weg wordt gewerkt.

Openbare ruimte, groen en klimaatadaptatie

Voor een gezonde leefbare stad is de kwaliteit van de openbare ruimte van wezenlijk belang. Bij openbare ruimteprojecten wordt bewust (financiële) ruimte gemaakt voor gezond stedelijk leven, zoals ruimte voor sport en recreatie. Daarnaast is met de verdere groei en verdichting van de stad aandacht nodig voor slim gebruik van de openbare ruimte. Hierbij kan worden gedacht aan dubbelgebruik in tijd en plaats. Goede voorbeelden hiervan zijn de trappen op het Jaarbeursplein en het recent opgeleverde Stationsplein oost (met het ‘Bollendak’) die beiden ook het dak van de onderliggende fietsenstallingen vormen. Slim ruimtegebruik voor openbare ruimte betekent ook dat in de stad wordt gekeken naar dubbelgebruik van nu maar beperkt te gebruiken gebieden. Dit gebeurt onder andere in het kader van de ontwikkelstrategie van Maarschalkerweerd waar een combinatie van topsport met openbare sport, recreatie en groen wordt onderzocht. Ook het beter benutten van schoolpleinen hoort hierbij. Een ander manier van slim ruimtegebruik is het beter verbinden van verschillende groenstructuren in de stad zoals bij Rondje Stadseiland gebeurt.

In de vastgestelde omgevingsvisies Beurskwartier, Merwedekanaalzone deel 1 en het koersdocument Cartesiusdriehoek wordt door de stedenbouwkundige opzet een aantrekkelijke, groene openbare ruimte - gericht op verblijven en ontmoeten - mogelijk. De opzet is dat het parkeren in de randen van het gebied wordt opgevangen in gebouwde parkeervoorzieningen, waardoor autoluwe, groene middengebieden ontstaan.

Afgelopen jaren is de openbare ruimte in de binnenstad en het stationsgebied sterk verbeterd. De openbare ruimte in het centrum (binnenstad en stationsgebied) is één van de (inter)nationale visitekaartjes van de stad, dat in belangrijke mate bijdraagt aan het vestigingsklimaat. Hier wordt zowel door bewoners, bezoekers als ondernemers gebruik van gemaakt. In de binnenstad is de herinrichting van het Domplein in het oog springend en in 2018 de herinrichting van het Vredenburgplein. Hiermee wordt invulling gegeven aan het in de Kadernota kwaliteit Openbare Ruimte (december 2016) omschreven kwaliteitsniveau Allure voor het centrum.

In de wijken wordt gewerkt aan integrale vernieuwing van de openbare ruimte. Er wordt gekeken hoe doelen, zoveel mogelijk gecombineerd, in een herinrichting worden bereikt. In het kader van de Kwaliteitsimpuls Overvecht/Kanaleneiland (zoals de Taagdreef, Attleeplansoen, Alexander de Grotelaan) wordt een aantrekkelijke verblijfsruimte gerealiseerd door de budgetten voor de afkoppeling van regenwater van het riool, groot onderhoud verharding en de herinrichting van 50 naar 30 km per uur te combineren.

Het klimaat verandert. De gemiddelde temperatuur stijgt, waardoor de zomers heter en de winters zachter worden. In 2050 zijn de winters in Utrecht vergelijkbaar met de huidige winters in Nantes of Bordeaux. Door stijgende temperaturen neemt de neerslag in de winter toe en worden regenbuien in de zomer intensiever. Bovendien stijgt de zeespiegel verder. De kans op overstromingen, wateroverlast door neerslag, perioden met droogte (mogelijk in combinatie met bodemdaling en zettingen) en hitteoverlast worden groter. Daarnaast neemt door de stijgende temperaturen ook het recreatieve gebruik van de openbare ruimte toe waardoor er meer behoefte ontstaat aan terrassen, zwemwater en parken.

In veel herinrichtingsplannen voor de openbare ruimte worden al maatregelen genomen om wateroverlast door extreme buien in de toekomst te voorkomen en schoon regenwater niet naar het riool af te voeren. Er is aandacht voor het infiltreren van water in de bodem, door bijvoorbeeld meer groen of waterpasserende verharding te gebruiken. Dit gebeurt pleksgewijs. In 2018 moet uit de analyse van het resultaat van de stresstesten blijken, wat de inzet op stedelijk niveau moet zijn om, zowel extra water te bergen, als verdroging tegen te gaan. Met de vaststelling van het Plan Gemeentelijke Watertaken 2016-2019 is besloten om het geld dat beschikbaar is voor loskoppelen van verharding van de riolering voortaan ook in te zetten voor de vervanging van verharding door groen. Zowel in 2016 als in 2017 is op deze wijze ongeveer een hectare verharding vergroend.

Maatregelen om groen te gebruiken tegen hittestress en voor meer recreatie hebben een plek gekregen in het nieuwe Groenstructuurplan.

Groenstructuurplan en Meerjaren Groenprogramma

De actualisatie Groenstructuurplan Utrecht 2018-2030 is op 8 maart 2018 vastgesteld door de Raad en vormt een uitwerking van motie 2016/109: ‘Voor een gezonde groene toekomst’ en vormt een belangrijk kader voor de ontwikkeling van het stedelijk groen binnen de verdichtingsopgaven.

Er wordt voortgebouwd op de opgaven: stad en land verbinden, meer kwaliteit en groen in de stad en meer groen om de stad. Daarnaast zijn er twee opgaven toegevoegd: gezonde verstedelijking en klimaatadaptatie. Deze nieuwe doelen ten opzichte van het plan uit 2007 bereiken we door efficiënt en multifunctioneel ruimtegebruik en door natuur in te zetten voor de ecologische economische en sociale kwaliteit van de stad (zogenaamde ‘Nature Based Solutions’). Behalve realisatie van een stedelijke groenstructuur gaat het ook om de groenopgave mee te nemen in andere stedelijke plannen. Met Actualisatie Groenstructuurplan 2017-2030 willen we ervoor zorgen dat in de verdichtingsopgaven het openbaar groen gelijke tred houdt met de groei van de stad en kan inspelen op veranderde functies en intensiever gebruik van groen. Bovendien kan groen een belangrijke rol spelen om de stad weerbaarder te maken voor de gevolgen van klimaatverandering.

De genoemde vijf opgaven van het Groenstructuurplan zijn vertaald in doelen en uitvoeringsprojecten van het Meerjaren Groenprogramma.

Steeds meer plannen en projecten in de openbare ruimte en in het groen richten zich op gezond stedelijk leven. Dit gebeurt vooral door het toevoegen van groen, door ruimte voor bewegen, spelen, sport en ontmoeten en door aandacht voor klimaatadaptatie. Er wordt grote inzet gepleegd op groen-blauwe verbindingen, zoals parkzone Amsterdam-Rijnkanaal, het Rondje Stadseiland en de Vechtoevers.

Veel groenprojecten zijn eerder gestart en lopen dit jaar door. Parkzone Amsterdam Rijnkanaal, als onderdeel van het Rondje Stadseiland, is zo’n doorlopend project. Voor de verbetering in de parkzone langs de Wagenaarkade en Den Hommel is samen met bewoners en belangstellenden - op basis van de verkenning in 2017 - het definitief ontwerp afgerond. In het ontwerp is ook een verbinding over de Leidsche Rijn meegenomen.

De Wagenaarkade (tot en met de aansluiting op de al aangelegde Rooseveltboulevard) maakt ook onderdeel uit van het Rondje Stadseiland. In 2018 worden in dat kader de werkzaamheden afgerond in de omgeving van het Stadsstrand. Het realiseren van groen langs de Vechtoevers is ook een doorlopend project. Daarbij wordt een combinatie gelegd met planvorming voor een fietsstraat langs de westzijde van de Vecht.
Ook rond fort Lunetten (Maarschalkerweerd) wordt de groenstructuur verbeterd. In aansluiting op de ontwikkeling van de Oosterspoorbaan wordt verder gewerkt aan de verbinding naar buiten. Hiervoor is al eerder een brug bij Lunet 2 aangebracht (samen met de Uithoflijn) en is verwerving rondom het gedeelte Rijndijk mogelijk gemaakt.

Als nieuw project maken we in 2018 natuurwaarde kaarten om op stadsniveau het ecologisch netwerk te verbeteren en leefgebieden beter te laten functioneren. Die kaart laat per wijk zien waar beschermde ‘Utrechtse soorten’ en hun leefgebied voorkomen. Zo kan biodiversiteit worden versterkt in onze plannen.

Via deze link kunt u door middel van een filter de fysieke projecten uit het Meerjaren Groenprogramma waaraan in 2018 wordt gewerkt, bekijken.

Energietransitie

Er wordt hard gewerkt om te zorgen dat Utrecht in 2030 energieneutraal is. Daarbij wordt ingezet op aardgasloze wijken. In Overvecht Noord is daarmee gestart met als doel dat dit deel in 2030 (uiterlijk) aardgasvrij wordt. Bij de nieuwbouw van woningen komen er steeds meer plannen met een hoge energieprestatie coëfficiënt (EPC=0). Bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2017 is motie 2017/61 ‘Utrecht bouwt BENG’ door het college overgenomen. Inmiddels wordt daar ook al mee geoefend, onder andere in tenders(bijvoorbeeld E7/E8 in Leidsche Rijn Centrum), maar ook de hoogbouwkavel in Leidsche Rijn. Ook zijn er projecten die al aan de BENG eisen voldoen, zoals Wonderwoods in het stationsgebied en Greenville in Leidsche Rijn. Beleid is dat alle nieuwbouwtenders die opgestart worden sinds circa oktober 2017 gebruik maken van de methodiek ‘Utrecht bouwt BENG’, voor het waarderen van de energieprestatie.

Holland Casino gaat zich vestigen in de Merwedekanaalzone tegen de A12 aan en wil daarbij voldoen aan BREEAM excellence. Ook belegger CBRE wil met het WTC-gebouw op het Jaarbeursplein deze norm halen. BREEAM is wereldwijd de meest courante internationale standaard voor de certificatie van duurzame nieuwbouw en grote renovaties. Om daaraan te voldoen wil Holland Casino een energievoorziening op basis van Warmte Koude Opslag (WKO) toepassen, waarbij ook woningbouw in de omgeving van energie is te voorzien. Momenteel wordt het contract daarvoor met Holland Casino uitgewerkt en wordt onderzocht hoe de verdere samenhang is met de energievoorziening in de Merwedekanaalzone.

In Kanaleneiland Zuid wordt gewerkt aan een innovatief en uniek EU-project genaamd IRIS (Integrated and Replicable solutions for co-creation in Sustainable cities). Hiermee is Utrecht samen met Gotenborg, Nice en andere koplopersteden (Lighthouse cities) één van de koplopers in het versneld integreren van duurzame energie en elektrisch vervoer in de stad. Bij dit project worden komende jaren 644 sociale huurwoningen (twaalf flats) bijna energieneutraal gemaakt. De woningen krijgen zonnepanelen, duurzame warmteoplossingen en slimme meters. Deze oplossingen komen bovenop de inzet van elektrische deelauto’s en elektrische bussen. Ook een ICT platform met ‘open data’ vormt onderdeel van dit project. In 2018 wordt gestart met de renovatie van de eerste flat. Bij dit unieke project werken gemeente en woningbouwvereniging Bo-Ex samen met bewoners en andere partners in de stad. Dat zijn bijvoorbeeld LomboXnet, Qbuss, Eneco, KPN, Stedin en de kennisinstituten Universiteit Utrecht en Hogeschool voor de Kunsten Utrecht.

Er hebben zich verschillende initiatiefnemers gemeld bij de gemeente met ideeën voor zowel wind- als zonne-energie in Rijnenburg. Samen met bewoners en omwonenden, initiatiefnemers en belanghebbenden onderzoekt de gemeente de komende tijd op welke manier grootschalige, duurzame energieopwekking in de Rijnenburg en Reijerscop (1200 ha) kan worden gerealiseerd.

Circulaire economie en circulair bouwen

Utrecht wil in 2050 compleet circulair zijn. Circulair bouwen betekent dat je niet alles zo maar sloopt en afvoert, maar kijkt welke materialen opnieuw te gebruiken zijn. Utrecht doet hiermee ervaring op in het Beurskwartier en in het Werkspoorkwartier. Bij de herontwikkeling van de Knoopkazerne aan de Croeselaan tot een modern en toekomstig Rijkskantoor, staat hergebruik van materialen centraal. Naast dit Rijkskantoor komt een circulair paviljoen met horecabestemming. Ook in de Cartesiusdriehoek wordt circulariteit in de praktijk gebracht. Zo wordt de voorbewerkingsloods circulair gerenoveerd en wordt Het Hof van Cartesius gebouwd met gebruikte bouwmaterialen, zoals spoorbielzen en stalenkolommen. In tenderprocedures is circulariteit inmiddels ook een belangrijk thema, met een materialenpaspoort als minimale ambitie.

Maatschappelijke meerwaarde

In 2016 is een bijna raadsbreed gesteunde motie aangenomen voor het idee van een maatschappelijk programma van eisen. In het kader van het leerexperiment ‘verduurzaming initiatieven’ wordt onderzocht hoe is om te gaan met de maatschappelijke waarden van Food for Good in Park Transwijk.

Inmiddels wordt op tal van fronten maatschappelijke waarde meegenomen in de planontwikkeling. Zo is bij de NPD-strook in Overvecht het stedenbouwkundig programma van eisen opgesteld op basis van gezondheidsaspecten van de wijk en duurzaamheidsthema’s. De maatschappelijke waarden bij de ontwikkeling zijn opgehaald via participatie. Vervolgens hebben deze aspecten een belangrijke rol gespeeld bij de tendering en heeft de winnende partij een plan laten ontwerpen dat maximaal inspeelt op gezond stedelijk leven. Te denken valt daarbij aan een levendige en uitnodigende plint, ruimtes voor ontmoeten, vergroenen en een hoge GPR- en Energie-score.

Bij de verkoop van Oudegracht 245 (oude Tivoli) wordt ook maatschappelijke waarde meegewogen, in plaats van alleen verkoop aan de hoogste bieder.

Onderzoek, innovatie en ontwikkeling

Gezond Stedelijk Leven wordt steeds concreter in de ruimtelijke planvorming en uitvoering. Toch vergt dit onderwerp nog volop onderzoek, verdere innovatie en ontwikkeling. Pilotprojecten helpen daarbij. Zo worden in Kanaleneiland Centrum woningen verkocht aan particulieren die energieneutraal worden verbouwd. Zowel landelijk als Europees stemmen wij af met andere partijen en willen we (financiële) kansen verzilveren. Onze speerpunten hierbij zijn: invloed op beleid, wet- en regelgeving, benutten Europese fondsen en kennisuitwisseling en profilering.

Gezond Stedelijk Leven, voor Iedereen speelt een belangrijke rol bij de mate waarin en de wijze waarop we verder binnenstedelijk kunnen en willen verdichten in Utrecht. In dat kader heeft Utrecht op 8 maart 2017, samen met onder andere maatschappelijke organisaties en marktpartijen, het manifest ‘Binnenstedelijke Gebiedstransformatie’ ondertekend. Het manifest, betreft een meerjarige samenwerking met als doel de krachten slim te bundelen om woningbouw in steden te versnellen en op te schalen. In Utrecht is de Merwedekanaalzone een belangrijk voorbeeld waar op tal van terreinen volop aan onderzoek, innovatie en ontwikkeling wordt gewerkt. Te denken valt aan duurzame vormen van energievoorzieningen, een mobiliteitshub en een zorgcentrum voor de toekomst.

In deelgebied 5 in de Merwedekanaalzone wordt onderzocht op welke wijze voor de 5.000 tot 6.000 woningen in dat deelgebied een innovatief, hoogwaardig en duurzaam mobiliteitsconcept kan worden gerealiseerd. Het betreft een zogenaamde mobiliteitshub met vervoersdiensten, mobiliteitswinkel en een digitaal platform. Qua vervoersdiensten gaat het onder andere om OV, deelfietsen, taxi’s, deelauto’s, carpoolen en shuttles naar parkeren op afstand. Voor klantenservice en bijvoorbeeld het afhalen van grote pakketten komt er een mobiliteitswinkel (nabij de HOV-halte op de Europalaan). Het hubsysteem is toegankelijk met een smartphone waarmee een vervoersdienst kan worden ingepland en betaald.

Ook wordt voor zowel de Merwedekanaalzone als het Stationsgebied onderzocht of Thermische Energie uit Oppervlaktewater (TEO) van het Merwedekanaal, in combinatie met Warmte en Koude Opslag (WKO), in is te zetten als duurzame energievoorziening van beide prioritaire gebiedsontwikkelingen. De eerste vooronderzoeken zijn positief. In 2018 wordt over de bredere inzet van TEO in combinatie met WKO in de stad een Masterclass georganiseerd.

De Oostelijke stadsrand van Utrecht wordt momenteel uitgewerkt als één van de vijf testlocaties voor de ontwerpstudie 'de stad van de toekomst'. Het is een plek die zich kenmerkt door monocultuur en fragmentatie. Hoe kan men een transformatiegebied als dit op integrale wijze ontwerpen en ontwikkelen tot een aantrekkelijk en toekomstbestendig stedelijk milieu? Aan de hand van deze en vier andere locaties in het land werken ontwerpers, experts en gemeenten werken samen aan visies en scenario's voor de stad van 2040.

Utrecht heeft in het najaar 2017 meegedaan aan een wereldconferentie over Placemaking. Professionals uit de hele wereld hebben meegedacht over placemaking in het Stationsgebied, bij het Cultuurcluster Leidsche Rijn/Berlijnplein en in Park Transwijk. Placemaking is een benadering voor het programmeren, ontwerpen en beheren van publieke ruimten. De bedoeling is om publieke ruimten te creëren die de gezondheid, het geluk en welbevinden van de gebruikers bevordert.

Utrecht experimenteert met technologische innovaties in het kader van smart city. Voorbeeld hiervan is een 3D-model van de Merwedekanaalzone en omgeving. Virtual Reality (VR) maakt het mogelijk om een fietstocht te maken door het 3D-model van de Merwedekanaalzone. Daarnaast is het mogelijk om op basis van dit 3D-model informatie & initiatieven te koppelen aan plekken in dat gebied. Hiermee ontstaat een vernieuwende vorm van participatie.

In Europees verband werkt Utrecht samen met onderzoeksinstituten en buitenlandse steden mee aan verdere kennisontwikkeling op dit vlak. Zo neemt Utrecht deel aan het EU-project Naturvation, waarbij onderzoek wordt gedaan naar ‘Op natuur gebaseerde oplossingen i.r.t. de stedelijke ontwikkeling’. Inmiddels wordt een EU-subsidieaanvraag voorbereid op het gebied van circulaire economie in het kader van het H2020-programma.

Er wordt volop gewerkt aan de vernieuwing van wijkparticipatie. Bij het Rondje Stadseiland zijn de wijkraden Zuidwest en West in een heel vroeg stadium betrokken en via ‘De academie van de stad’ zijn studenten op zoek naar de behoeften van de bewoners en bedrijven in de betrokken wijken.

Vervolg

Gezond stedelijk leven in Utrecht wordt steeds volwaardiger. Ook de komende jaren blijft Utrecht volop ambities houden op dit vlak met mooie concrete voorbeelden en projecten. Meer en meer zullen gezond stedelijk leven thema’s zoals gezondheid, inclusiviteit, energietransitie, groen en water, klimaatadaptatie en circulaire bouwen een integraal onderdeel gaan uitmaken van ruimtelijke ontwikkelingen in Utrecht.

Document downloaden als PDF